Klas 2: Aangepast ouderschap-aangepaste opvoeding

 


Hier zien we ouders die zelf met een uiterlijk kompas leven. Ze doen hun best om in hun eigen leven succesrijk en geslaagd te zijn. Ze leven met allerlei oordelen over zichzelf en anderen. Ze doen hun best om aardig gevonden te worden en zijn afhankelijk van wat anderen van hen vinden. Ze leven zoals het hoort. Ook de opvoeding van hun kind wordt bepaald door de maatschappelijke regels die zeggen hoe een opvoeding hoort te zijn.
 
Deze ouders zien hun kind als een klein en onmondig kind dat opgevoed moet worden. Het kind weet niets over het leven. De ouders zullen hem alles leren. Ze leren hun kind om zich te hechten aan hen, en daardoor innerlijk te vervreemden van zijn eigen kern. In alles raakt het kind op zijn ouders gericht. Zij weten wat goed is voor hem. Het kind leert luisteren naar hen en zich gedragen zodat het de liefde van zijn ouders niet verliest. Hij leert onthouden wat goed en niet goed is voor hem. Hij leert om vele kanten van zichzelf te onderdrukken die niet aangepast en welkom zijn bij zijn ouders. Hij ziet zichzelf in alles minder en kleiner dan zijn ouders, dat geeft een gevoel van minderwaardigheid.
 
Het kind ziet ouders die zichzelf anders gedragen dan de regels die ze hem als kind opleggen. Dat geeft verwarring. In zijn puberteit doorspoelen sekshormonen zijn lichaam. Alles in hem schreeuwt om zelfstandigheid. Hij gaat zich afzetten tegen zijn ouders omdat deze hem vervreemd hebben van zijn innerlijke kracht en hem klein hebben gehouden. De uiterlijke strijd voor zelfstandigheid wint hij stap voor stap. Maar innerlijk ligt hij met zichzelf overhoop, want hij vindt in zichzelf geen houvast omdat hij geen innerlijk kompas heeft.

Hij vindt een nieuw uiterlijk kompas bij zijn vrienden, televisiebeelden en de media. Deze bepalen nu hoe hij zich wel en niet hoort te gedragen om “in” te zijn.
Ondertussen heeft hij wel geleerd hoe hij aandacht kan krijgen. Hij weet ook hoe hij succesrijk en invloedrijk kan zijn. Dit wordt de nieuwe norm in zijn leven. Zijn zelfvertrouwen is gebaseerd op het aanzien en succes dat hij heeft in de maatschappij.
 
Als volwassene doet hij zijn best om zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder te komen of om op een andere manier invloed te hebben. Hij vergelijkt zichzelf voortdurend met anderen en is vol oordelen over zichzelf en anderen.
 
Hij leeft vervreemd van zijn oorspronkelijk innerlijk weten maar daar is hij zich niet van bewust. In hem leeft wel veel onrust. De spanning, de prikkels en het avontuur van de buitenwereld geven hem binnen in zijn lichaam een levendig gevoel.


^ Naar boven