|
|
School voor Levenskunsten |
|
|
School voor Levenskunsten |
We leren alles over afhankelijke en verstrikkende relaties en dit model volgt ons als een schaduw in al onze volwassen relaties.
In onze eerste levensjaren leren we in de relatie met onze ouders alles over warmte geven en ontvangen, koestering en geborgenheid krijgen. We passen ons aan en leren dat onze warmte onvoorwaardelijk is maar de warmte die we ontvangen aan vele voorwaarden is gebonden. De vezels van onze huid leren warmte en koestering kennen in afhankelijkheid.
Onze eerste echte liefdesrelatie beleven we tussen ons vierde en ons zesde levensjaar naar de ouder van de andere sekse. We reiken uit naar hem/haar. Hij/ zij is onze held(in) waarmee we gaan trouwen. Hij/zij is alles voor ons en we geven ons hele hart en al onze liefde vanuit ons hele lichaam aan hem/haar. We geven onze liefde op een totale manier waarin de liefde van ons hart en geslacht één zijn met elkaar. Maar onze pure liefde wordt door onze geliefde ouder niet op een pure manier ontvangen. We worden in onze liefde gekwetst en afgewezen. De éénheid in onze liefde tussen ons hart en geslacht gaat daarbij verloren. Een jongetje voelt zich afgewezen in zijn seksuele liefde en vertrouwt de liefde niet meer die het krijgt in zijn hart. Het meisje voelt zich afgewezen in haar hartsliefde en vertrouwt daardoor niet meer haar seksuele liefde. Dit is een diepe wonde die onze kinderliefde doodt.
In onze puberteit komt er een meisje/jongen op ons pad die ons helemaal ziet en verstaat. Hij/zij wil zich helemaal aan ons geven en houdt van ons precies zoals we zijn. Het laaiende vuur uit onze kindertijd komt tot leven. We zijn weer open en reiken uit in koestering, warmte en geborgenheid. We lijken voor elkaar gemaakt en voelen ons een tijdje geheeld.
Tot onze geliefde ons kwetst en raakt. We voelen opnieuw de voorwaardelijkheid van zijn/haar liefde precies zoals in onze kindertijd en gaan ons best doen om zijn/ haar liefde niet te verliezen en cijferen onszelf weg. Als dit niet helpt worden we boos op de ander en trachten hem/haar door onze kritiek tot liefde te brengen en voor we het weten raken we verstrikt in afhankelijke relaties.
We zien de relatie van onze ouders maar ze vertellen ons niet hoe hun relatie werkt, wat hen wel en geen vreugde geeft, wat hun liefde versterkt en remt. Meestal zien we ook een afhankelijk model waarin of hun liefde met elkaar verstrikt is geraakt, of ze op afstand met elkaar verder leven of met elkaar in ruzie en strijd verwikkeld zijn.